Zonne-energie wordt opgewekt door zonnestralen die op zonnepanelen vallen. Zonnepanelen bestaan uit losse cellen van silicium (kristallijn) of op gedampt silicium (amorf). Silicium is ook het hoofdbestanddeel van het zand op het strand.
Het silicium in zonnepanelen is echter zo zuiver dat het in staat is zonnestraling om te zetten in gelijkstroom. Op een dak liggen meestal meer panelen, deze panelen koppelen we aan elkaar in bijvoorbeeld setjes van 10, dit noemen we dan een string. De kabels die van die string afkomen gaat naar een omvormer (inverter) een kastje met een transformator.
Die omvormer maakt van de gelijkstroom van de panelen wisselstroom. Dat moet, omdat alle elektrische apparaten in huis en ook het elektriciteitsnet buiten het huis alleen met wisselstroom werken.
Omdat we graag weten hoeveel stroom we hebben opgewekt, wordt naast de gewone elektriciteitsmeter een zogeheten bruto-productiemeter in de meterkast geplaatst. Die registreert alle door de zonnepanelen opgewekte elektriciteit. Een groot deel van de opgewekte stroom wordt in het eigen huis gebruikt. Een ander deel wordt aan het gewone net terug geleverd. Bij de oude schijfmeter is dat goed te zien als de rood-zwarte schijf terugdraait.
Zonnepanelen werken het best als ze onder een hellingshoek op het zuiden worden geplaatst. Op de instralingsschijf kunt u nakijken wat de opbrengst op uw dak zou zijn.